Steeds minder lijkt het lot te bepalen of we een beroep doen op de gezondheidszorg, steeds meer ons gedrag en de keuzes die we maken. Gezondheidsproblemen hangen sterker dan ooit samen met een ongezonde leefstijl – we roken, drinken te veel alcohol, eten te veel en te vet, bewegen te weinig. Kilootje na kilootje dijen we uit. De verleidingen zijn groot. Ik weet er alles van. Mijn cholesterol zit aan de kritische grens en mijn BMI is te hoog. Ik heb feitelijk de keuze: in de lengte groeien of gezonder gaan leven.
Doe mij het eerste maar…
Volgens verschillende adviesorganen is een derde tot de helft van alle ziektegevallen te wijten aan ‘fout’ gedrag (Bron: RVZ, 2009). De RVZ spreekt zelfs van ‘gedragsgerelateerde gezondheidszorg’. Ruim 40% van de Nederlandse bevolking heeft last van overgewicht waarvan 10% ziekelijk (obesitas). De – bewezen – invloed van leefgedrag en leefstijl roept een aantal ingrijpende vragen op waaronder die van de eigen verantwoordelijkheid. Waar begint en eindigt deze? Ben ik verplicht gezond te leven? En wie legt me die plicht op? De overheid, de verzekeraars, de gezondheidszorg? Gaat het vooral om financiële argumenten of ook om levensbeschouwing en moraal?
De toon in deze discussie wordt scherper en adviezen maken plaats voor eisen en verplichtingen. Ongezond gedrag wordt steeds openlijker afgekeurd of zelfs bestraft onder het motto: eigen schuld dikke bult. (Bron: Leefstijl en ethiek)
Enige tijd geleden zette Hans Hoogervorst (VVD), toen nog minister van Volksgezondheid, de deur open voor ziektekostenverzekeraars om een ‘eigen schuld dikke bult’-polis in te voeren. Hij merkte op dat ongezond leven geen recht is. Mensen die aantoonbaar ongezond leven moeten een hogere maandpremie gaan betalen of ze krijgen een hogere eigen bijdrage (bron: nujij.nl). De redenering hierachter: als jij een inboedelverzekering afsluit voor een woning in de binnenstad van Amsterdam betaal je meer dan voor een huis in Tietjerksteradeel. Logisch, het risico op inbraak is in Amsterdam immers vele malen hoger. Doorgevoerd naar de ziektekostenverzekering: je levenswijze beïnvloedt je premie. De Tweede Kamer stond op zijn achterste benen en keurde het voorstel van Hoogervorst Kamerbreed af.
Het is een terugkerend dilemma. Overkómen gezondheidsproblemen je – denk ook aan genetische aanleg en sociaal-economische status – of ben je er grotendeels zelf verantwoordelijk voor? Moeten ‘corpulente lekkerbekken’ (Floris Sanders, ex-voorzitter RVZ) zelf opdraaien voor hun risicogedrag? Of heeft Heleen Dupuis gelijk als ze zegt dat de maatschappij mensen met overgewicht moet helpen net zoals zij andere zieke mensen ook helpt?
Paul de Leeuw – ex-corpulente lekkerbek – weet het wel. Sinds hij op een mooie zomerdag van zijn Spaanse zomerhuis hard heeft gelopen naar het strand (4,5 km verderop) noemt hij zichzelf officieel ‘sportief’. Daarvoor tobde hij met vreetbuien, 30 kilo overgewicht en de terugkerende vraag: waarom ben ik in alles gedisciplineerd behalve in eten? ‘Want we liegen natuurlijk wat af, dikkerds onder elkaar. We wegen altijd minstens 3 kilo minder dan de weegschaal aangeeft.’[1]
Discipline en doorzettingsvermogen, daar gaat het om volgens Paul.
Nu ik nog. Vijf kilo maar. Kom op Ben, je kunt het…
En als het lukt wil ik dat natuurlijk wel meteen in mijn portemonnee voelen. Mijn ziektekostenpremie en/of mijn eigen bijdrage moeten omlaag. Want Hoogervorst heeft natuurlijk wel een punt – alleen zou ik het om willen draaien: goed gedrag belonen en niet fout gedrag straffen.
Ben Stoelinga
[1] Paul de Leeuw, De chinees in de vuilnisbak. Voorwoord bij Wim Köhler en Cinta de Bats. Slow, slank en fit – lijfboek voor lang mediterraan leven, Thoeris, Amsterdam 2005.